Sinds april kunnen meertalige kinderen in Steenwijkerland binnen de eigen gemeente gebruikmaken van een unieke Taalvoorziening.
We spreken met Sandra Wolken, beleidsmedewerker Onderwijskwaliteit bij Stichting Op Kop. Zij is één van de initiatiefnemers van deze voorziening. Wat kan zij ons vertellen over het belang van deze unieke ‘taalklas voor een dag’ voor meertalige leerlingen, en hoe deze tot stand kwam door de handen ineen te slaan?
Meertalige leerlingen uit groep 3-8 die moeite hebben met het Nederlands kunnen sinds vorige maand één dag per week terecht bij de Taalvoorziening in Steenwijk en Vollenhove. Hier ervaren zij dat ze niet de enige zijn, en dat er meer kinderen zijn die de Nederlandse taal lastig vinden. In de klas leren de kinderen vooral plezier beleven aan taal, en dat taal overal is.
Jazeker, en dat werkt twee kanten op. Want uniek aan onze Taalvoorziening is dat we de kinderen daarom ook juíst graag zoveel mogelijk in het reguliere onderwijs laten meedraaien. De rest van de week gaan de leerlingen gewoon naar hun normale school. Zo leren ze ook van hun Nederlandse leeftijdsgenoten, en over de Nederlandse maatschappij – waar ze tenslotte deel van uitmaken.
De lessen bestaan uit allerlei activiteiten die plezier geven waarbij leren vanzelf gebeurt. We dansen, gaan creatief aan de slag, schrijven en doen andere activiteiten.
En natuurlijk zetten we in op veel lezen, maar dan vooral: leesplezier! Kinderen zitten lekker te lezen in een zitzak. We bieden rijke teksten en boeken die passen in het thema, Nederlandse boeken op het eigen niveau, en ook boeken in de eigen taal aan. We werken hierin samen met de bibliotheek.
En taal is ook overal om ons heen te zien op de muren die al volhangen met werk van de kinderen. De meertaligheid zie je daar ook terug.
“Toen hebben we gezegd:
dít moet anders.”
We zagen een toename van kinderen met een andere taal die op onze basisscholen instroomden, als vierjarigen of als zij-instroom. En we merkten dat leerkrachten het best ingewikkeld vonden om daar ineens goed op te anticiperen.
We zagen die kinderen met busjes naar Emmeloord, Meppel en Zwolle vertrekken. Toen hebben we gezegd: dít moet anders.
Dus zijn we bij elkaar gaan zitten. Met de gemeente en vier schoolbesturen (Accrete, Catent, Florion en Op Kop) en de projectgroep Meertaligheid bij Anderstalige Kinderen hebben we ons ingezet voor een passende oplossing in Steenwijkerland, zodat deze kinderen de gemeentegrenzen niet meer over hoeven voor de juiste ondersteuning.
Met elkaar hebben we een vorm gevonden die bij onze gezamenlijke visie van Samen voor Ryan past. Heel mooi hoe we dit door samenwerking hebben bereikt!
“Zelfvertrouwen is
het grootste goed
dat we kunnen bieden.”
Ik hoop dat ze zelfvertrouwen krijgen. Dat is het grootste goed dat we ze kunnen bieden. Ik zie ze graag het vertrouwen krijgen dat ze snel de Nederlandse taal leren op hun reguliere school.
Omdat ze – door bij elkaar te komen – van elkaar vorderingen gaan zien, en inzien dat het knáp is dat ze twee talen kunnen spreken. En uiteindelijk natuurlijk dat ze snel kunnen meekomen met andere kinderen op school, en lekker met elkaar communiceren en samenwerken.
Vroeger noemden we deze kinderen ‘anderstalig’. Maar vanaf het eerste moment dat ze Nederlands beginnen te leren, zijn ze meertalig. Meertaligheid is een verrijking, een kracht. Daar valt veel van te leren. Je leert in een taal en door een taal. Als je je bewust wordt van de rol van verschillende talen voor het leren, dan kun je daar als leerkracht op inzetten. Ook de Nederlandstalige leerlingen en leerkrachten kunnen leren van die verschillende talen in hun klas. Het zorgt voor een rijke leeromgeving. Dat is waar het project voor pleit.
“Meertaligheid is
een verrijking, een kracht.”
De Taalvoorziening is een tijdelijke voorziening. Tegelijk met het stimuleren van de taalontwikkeling bij de kinderen, nemen onze experts de leerkracht van het kind in kwestie mee in de wereld van meertaligheid.
Meertaligheid komt meer en meer voor. Het is onderdeel van ons vak geworden, en wij hebben hier dus iets over te leren. Het expertisecentrum deelt kennis met leerkrachten zodat zij zich zeker voelen over hoe ze meertalige kinderen in de toekomst het beste kunnen ondersteunen.
Door zelf bij te leren, bied je deze kinderen de best mogelijke start in de Nederlandse samenleving.
We monitoren en delen direct met de reguliere leerkracht en school. Daarnaast is het belangrijk dat het samenwerkingsverband Passend onderwijs in de regio betrokken en op de hoogte is van hoe het gaat. Formeel vallen nieuwkomers niet onder de verantwoordelijkheid van dit samenwerkingsverband, maar deze kinderen gaan hier ook gewoon naar school. Tot slot is het belangrijk om met elkaar in de gaten te houden of de kinderen daadwerkelijk sneller Nederlands leren en zich sneller redden binnen het Nederlands onderwijssysteem.
“Door zelf bij te leren,
bied je de best mogelijke start in onze samenleving.”
Daar is het nog wat te vroeg voor. Maar ik heb heel veel waardering voor de samenwerking, de lessen die we daaruit trekken voor een volgend project, én de beschikbare expertise en energie die erin is gestoken door alle betrokkenen. Dat is een mooie doorgemaakte ontwikkeling voor een hechtere samenwerking tussen de schoolbesturen in de gemeente.